Twenty four seven

Het zijn er 24 in totaal: de toonsoorten waaruit een componist kan kiezen. Twaalf majeurtoonsoorten, die doorgaans een opgewekt gevoel oproepen, en evenzoveel mineurtoonsoorten die somberder aandoen. Een rijk palet waarmee de componist zijn muzikale doek kan inkleuren. Voor een vrolijke fanfare lijkt D-groot de aangewezen keuze, voor melancholie of onrust: b-klein. Moet de luisteraar tot tranen toe worden bewogen? Droevige tonen klinken het best in f-klein. In 24/7 laten we in zeven concerten horen hoe klaviercomponisten uit verschillende stijlperioden alle toonsoorten doorkruisen. Hoe ze ieder op eigen wijze de kleuren- en kwintencirkel naar hun hand zetten. Caleidoscopische programma’s met gevarieerd repertoire, waarin bovendien diverse toetsinstrumenten op het podium van de Leidse Salon verschijnen.

 

Natuurlijk neemt in deze serie Johann Sebastian Bach met Das Wohltemperierte Klavier een prominente plaats in. Bachs eerste bundel met werken in 24 toonsoorten zag het licht in 1722 en geldt inmiddels als een van de mijlpalen uit de klaviermuziekgeschiedenis. Niet eerder had een componist zó’n omvangrijke en kunstige verzameling gepresenteerd waarin alle toonsoorten aan bod komen. Bachs voorgangers stemden hun toetsinstrumenten op zo’n manier dat toonsoorten die ze veel gebruikten loepzuiver klonken. Dat ging ten koste van andere, die huilerig en ‘vals’ werden en daarom werden gemeden. Samen met muziektheoretische tijdgenoten vond de nieuwsgierige Bach dat de tijd rijp was voor een nieuwe, ‘goed-getempereerde’ klavierstemming. Daarmee verlegde hij oude horizonnen en liet hij ook nog ongehoorde toonsoorten (als es-klein of Fis-groot) horen. Das Wohltemperierte Klavier werd een enorm gevarieerd boek, waarin de grootmeester uit Leipzig 24 preludia koppelde aan 24 fuga’s. Een bonte verzameling van muzikale kleuren, karakters, genres en stemmingen luit- of orgelachtige inleidingen, dansante, peinzende of zangrijke preludia gekoppeld aan meesterlijke polyfone vlechtwerken waarin de barokke meester de thematiek soms volledig binnenstebuiten keerde. Bach had de smaak te pakken: zo’n twintig jaar na de presentatie van zijn eerste bundel zette hij een al even indrukwekkend ‘Zweyther Theil’ op papier. Na zijn dood werden de bundels van zijn Wohltemperierte Klavier iconisch. Volgens vakbroeder Robert Schumann zouden ze tot ‘het dagelijks brood’ van een muziekliefhebber moeten behoren; Hans von Bülow beschouwde ze als ‘het Oude Testament van de klavierspeler’. ‘Vreugde, verdriet, schreien, klagen, lachen: alles klinkt je eruit tegemoet’, jubelde Albert Schweitzer, ‘maar dan zo dat je door de klanken die dit uitdrukken uit de wereld van onrust overgaat naar de wereld van vrede en de werkelijkheid ziet alsof je in het hooggebergte zit en bergen, bossen en wolken in een stille, onpeilbaar diepte vloedgolf aanschouwt’.

 

In 24/7 ruimen we vier concerten in voor een integrale uitvoering van beide boeken van Bachs. Behalve op de concertvleugel – bespeeld door aanstormend talent van het Amsterdams Conservatorium – klinken de meesterlijke noten op de fortepiano, een instrument waarvan Bach de eerste probeersels nog heeft gehoord. Uiteraard ontbreekt het klavecimbel niet: de befaamde barokkenner Menno van Delft neemt zijn edele tokkelinstrument mee naar Leiden. Hij laat erop horen hoe specifiek de diverse toonsoorten in een ‘wohltemperierte’ barokstemming klinken. In de intieme ambiance van de Leidse Salon soleert de Bachspecialist bovendien op een niet alledaags en fluisterzacht instrument: het klavichord.

 

Bachs voorbeeld vond navolging. Een kleine eeuw na Bach bundelde de Pool Frédéric Chopin 24 gevarieerde preludia in zijn opus 28. ‘Bewonderenswaardig afwisselende en knappe composities', vond Franz Liszt, die de werken bovendien aanprees als ‘poëtisch preludia, zoals die van een grote hedendaagse dichter, die de ziel in gouden dromen wiegt en optilt in de hoge idealistische regionen.’ Voor de vertolking van deze dichterlijke miniaturen wisten we Nino Gvetadze te strikken. ‘Alle preludes zijn totaal anders, ze gaan van hoop tot wanhoop’, aldus de gelauwerde Georgische pianiste. ‘Ze laten een soort continue worsteling met zijn eigen identiteit en persoonlijkheid zien.’ Gvetadzes opname van Chopins preludes werd door de pers met superlatieven ontvangen. ‘Uiterst begaafd, zo helder als glas, het rubato om stilistisch door een ringetje te halen [...], getuigend van groot dynamisch raffinement, uitermate verbeeldingsvol en intuïtief’, schreef de recensent van OpusKlassiek, ‘fraai genuanceerd, kleurrijk (toucher!), energiek en dramatisch, maar ook dichterlijk en zangerig.’

 

Een van de bekendste componisten die zich door Bach liet inspireren was Dmitri Sjostakovitsj. 'Ik voel me zeer verbonden met het muzikale genie van Bach', bekende de Rus. 'Het is onmogelijk om onverschillig aan hem voorbij te gaan. Ik speel dagelijks een stuk van hem. Dat is noodzakelijk voor me, en het dagelijkse contact met zijn muziek geeft mij ontzettend veel.' In 1934 schreef Sjostakovitsj al 24 preludia en in 1950 – nadat hij aanwezig was geweest bij een Bachherdenking in Leipzig – bracht hij een eigen ‘Wohltemperierte Klavier’ op de markt. Hannes Minnaar presenteert Sjostakovitsj’ ode aan Bach in een avondvullend concert. Zo word je, aldus de Nederlandse toppianist ‘helemaal ondergedompeld in de leefwereld van Sjostakovitsj. Omdat hij het werk in één beweging heeft geschreven, krijg je een ongefilterde blik in zijn bewustzijn.’ Een meeslepend concert, want Minnaar toont zich in dit repertoire, aldus de Volkskrant, ‘een meester in het balanceren tussen expressie en esthetisch gevoel’.

In het laat-19de-eeuwse en vroeg-20ste-eeuwse Frankrijk schreven diverse componisten cycli van werken in alle toonsoorten. César Francks bundel L’ Organiste inspireerde onder anderen de Parijse organist André Fleury. In de jaren dertig van de vorige eeuw stelde hij een kleurig boeket van Vingt-quatre pièces samen. Een mix van laat-romantische en impressionistische klanken, op papier gezet met een lichte Franse toets. In het slotconcert van 24/7 zijn ze te horen op een ander bijzonder toetsinstrument: een Frans drukwindharmonium. Te gast is de Dirk Luijmes (volgens Luister ‘de harmoniumspeler des Vaderlands’) die laat horen dat zijn ‘orgue expressif’ bijzondere sonore en expressieve kwaliteiten bezit.

(Dirk Luijmes)

 

Vr 23 januari   24 Preludes van Frédéric Chopin

Do 5 mrt              Wohltemperierte Klavier II (1)

Do 9 apr              Wohltemperierte Klavier I (1)

Wo 13 mei         Wohltemperierte Klavier I (2)

Vr 29 mei            Wohltemperierte Klavier II (2)

Do 22 okt           24 Preludes en fuga’s van Sjostakovitsj

Vr 20 nov            24 Pièces van André Fleury