Thema: Stemmingen

Onder de vlag 'Stemmingen' programmeren we vier avontuurlijke concerten met concertprogramma's die muziek bevatten met andere stemmingen en toonstelsels dan we in de westerse muziek gewend zijn.

 

Sinds de 18de eeuw wordt de westerse muziek gedomineerd door een toonsysteem met (slechts) 12 tonen in een octaaf. We kunnen ons dat het best voorstellen als we kijken naar een pianoklavier van het ene octaaf naar het andere, bijvoorbeeld
van de ene c naar de andere c. We passeren dan twaalf toetsen, elke toets overbrugt een halve toon. Die twaalf halve tonen maken samen het octaaf vol.

 

Maar stel je voor dat je in een octaaf geen 12 stappen hebt maar 24 of 31? Op het eerste gehoor zal de muziek die daarmee gemaakt wordt ons 'vals' in de oren klinken, we zijn immers aan andere toonsafstanden en dus ook andere samenklanken gewend. Wanneer we een toonsysteem toepassen waar er meer dan die 12 stappen nodig zijn om het octaaf vol te maken, spreken we van microtonale muziek.
De term laat zich eenvoudig verklaren: wanneer we meer dan 12 stappen nemen in het octaaf worden die stappen kleiner dan een halve toon en spreken we over microtonen.

 

Maar waarom zouden we eigenlijk met een ingewikkeld micrototaal systeem werken als de we in de westerse muziek al eeuwen met het eenvoudige twaalftonige systeem werken? De informatie van de Stichting Huygens-Fokker, het centrum voor microtonale muziek in Nederland, geeft op die vraag twee antwoorden.

 

In de eerste plaats kun je de microtonale muziek veel verfijnder nuanceren wat betreft toonhoogten, intervallen en akkoorden. In de tweede plaats kunnen in sommige microtonale systemen bepaalde traditionele intervallen veel zuiverder gerealiseerd worden dan in het twaalftonige systeem, dat door zijn beperktheid in een aantal opzichten een compromis wat betreft de zuiverheid moet sluiten. Microtonale systemen die op dit laatste uitgangspunt gebaseerd zijn noemt men reine stemmingen of zuivere intonaties. Met een veel gebruikte stemming in de 16de eeuw, de middentoonstemming, was het mogelijk bepaalde samenklanken veel 'zuiverder' te laten klinken.

 

Het is verfrissend om je te realiseren dat wat vals klinkt en wat niet vals klinkt eigenlijk een kwestie van wennen is. Het is een afspraak van een bepaalde groep mensen in een bepaald cultuurgebied. Hoe langer die norm als waarde geldt, hoe meer men gaat geloven dat het de enig ware norm is, net een soort natuurwet. Toen men in de 16de eeuw gewend was aan de net genoemde middentoonstemming vond men de gelijkzwevende stemming erg vals klinken. Nu we daaraan gewend zijn, moeten we soms weer aan het aparte karakter van de middentoonstemming wennen. Misschien kent u het 'Wohltemperierter Klavier' van Johann Sebastian Bach. Dit werk kun je ongeveer als begin beschouwen van die dominantie van de stemming met 12 gelijke toonsafstanden.

Microtonale muziek is geen bepaalde stijl in de muziek. De term microtonaliteit benoemt alleen het materiaal waarmee componisten werken. Maar door het gebruik van microtonale toonsystemen ontstaat meestal wel muziek met een geheel nieuwe klank, die niet ondergebracht kan worden onder de gangbare noemers van de muziek van de twintigste eeuw.

Op een gewone piano is het niet mogelijk microtonale muziek te maken, tenzij men het instrument drastisch herstemt. Op de meeste blaasinstrumenten is microtonaliteit toepasbaar met behulp van speciale blaastechniek en vingergrepen. Voor de zangstem, de strijkinstrumenten en de trombone zijn microtonen vooral een kwestie van oefening; deze instrumenten kunnen immers alle gewenste toonhoogten voortbrengen. Maar waar de microtonale muziek zich het best bij voelt zijn natuurlijk de microtonale muziekinstrumenten, instrumenten met een groot aantal toetsen, snaren, pijpen, enzovoorts, elk voor een bepaalde toonhoogte gestemd. En uiteraard is in de wereld van de synthesizer en de computermuziek ook alles mogelijk wat betreft microtonen. De Amerikaanse componist Harry Partch (1901-1974) bouwde zelf instrumenten om zijn

43-toonsmuziek uit te kunnen laten voeren.

 

De naam van de hierboven genoemde stichting die zich in Nederland met microtonaliteit bezighoudt doet vermoeden dat het 31-toonsysteem veel ouder is dan we denken. En inderdaad was het Christiaan Huyghens die al in 1691 het 31-toonsstelsel beschreef. Maar zelfs hij was niet de eerste theoreticus die een 31-toons verdeling in het octaaf beschreef. Nicola Vicentio (1555), Fabio Colonna (1618) en Lemme Rossi (1666) gingen hem voor. De tweede naam van de stichting: Fokker verwijst naar Adriaan Fokker die in 1951 het zogenoemde Fokker-orgel voor het Teylersmuseum in Haarlem ontwierp. Dit 31-toons orgel is na grondige renovatie verplaatst en tegenwoordig regelmatig te beluisteren in Muziekgebouw aan 't IJ. Bij de concerten in de Leidse Salon worden de gesamplede klanken van dit orgel gebruikt.

 

Ensemble Scala, het Scordatura ensemble, Trio Osuna en Vokalproject 31 geven ons in een viertal concerten een inkijkje in de wereld van de microtonale muziek. Het 7-koppig Nederlandse instrumentaal ensemble Scala speelt 20ste eeuwse composities in 31-, 24- en 19-toonsstelsels. Het Scordatura ensemble wijdt een concert aan de muziek van Harry Partch in een 43-toonsstemming met instrumenten als de chromelodeon, en de adapted guitars en viola. De vier vocalisten van Vocalproject 31 zingen muziek uit de Renaissance, de vroegbarok en de huidige tijd. Trio Osuna speelt en zingt, in het voetspoor van de Zijderoute, traditionele muziek uit Khakassia, Macedonië, Anatolië en China.

 

 

Bekijk alle concerten binnen dit thema