Thema: Chopin en de andere Chopin

'Op woensdag 17 oktober 1849, 's morgens om vier uur, in een woning van de Place Vendôme, een der meest aristocratische buurten van het toenmalige Parijs, stierf na een lang lijden Frédéric Chopin, de enige componist in wiens muziek het psychische, inspiratieve element een zodanig evenwicht vertoonde met het rationele en intellectuele deel, dat hij van af zijn eerste werken een soortgelijke macht over de mensen bezat als sommige legendaire personen uit de mythologie of de folklore, en dat hij honderd jaar na zijn dood dit fabelachtige vermogen om te betoveren nog onverminderd behield.’ Dit schreef muziekpublicist en componist Matthijs Vermeulen in 1958 over Frédéric Chopin.

 

Chopin en de invloed die hij had, ver over de Franse grenzen, is het uitgangspunt van een serie van vier concerten die de titel draagt: ‘Chopin en de andere Chopin’. Naast de meester zelf verschijnen respectievelijk de Russische, de Hollandse en de Curaçaose Chopin op het toneel.

De Frans-Poolse Chopin, in 1810 geboren in Zelazola Wowa, reist nadat hij zijn opleiding heeft genoten in 1830 na het neerslaan van de Poolse novemberrevolutie vanuit Polen via Wenen naar Parijs. Vermeulen: 'Hij zal doen wat Napoleon niet gedurfd, niet gekund heeft. Hij zal Polen uit de ondergang opheffen, en het niet enkel zijn vrijheid hergeven, maar ook zijn oude roem en rang van de eerste onder de naties. Hij zal het land, dat zo dikwijls Europa redde tegen de barbaren en van de toekomst werd afgesneden, op de kaart werd uitgewist, herstellen in een vorm en een kracht, die land, volk en ziel van Polen overal op de wereld aanwezig zullen maken in elk hart, in elk geweten, als een realiteit, die niemand kan ontwijken, omdat zij ieder verschijnen zal door de verrukkelijkste der uitingen. Tegen de tyrannen, die zijn volk onderdrukken, en impliciet tegen alle tyrannie, tegen alle verdrukking, zal hij een Polen construeren van de immaterieelste materie, welker rebellische werking onontkoombaar moet doortrillen tot in ieder gemoed als het aangrijpendste protest, als een vervoerende vermaning, uitgesproken met muzikale middelen.

 

Hij had daarvoor alles te ontdekken en alles te verwezenlijken: een eigen ritme, eigen melodie, eigen klank, eigen gestalte, eigen gebaar, een eigen bewustheid. Behalve het notenschrift mag men zeggen, en behalve een beperkt aantal mogelijkheden om de notentekens te gebruiken, bestond er niets van zijn soort muziek, toen hij componeren ging wat hij construeren wilde: dat ideële Polen in een gebied van schoonheid, welke boodschap zou worden voor alle mensen. Hij moest zelfs een eigen vingertechniek uitvinden om dat volk zijner dromen en zijner wensen op een piano hoorbaar en verstaanbaar te doen worden.

 

Ondanks ontzaglijke technische moeilijkheden, die tot op deze dag nog niet volmaakt overwonnen zijn, hebben meisjes en jongens zich van af het eerste moment waarin de muziek van Chopin klonk onvoorwaardelijk geworpen op iets wat hun ontoegankelijk en onvertolkbaar schijnen moest. Zodanig was reeds een eeuw geleden de macht van een genie, dat tegenwoordig zingt langs de straat, in de kazernes, in de herbergen, geduldig wachtend op mensen die zijn goedheid waarlijk begrijpen en die zijn beloften gestand doen.'

 

In deze heroïsche beschrijving van Chopin en zijn idealen klinkt de grote bewondering door voor Chopin, die goede sier maakt op recitals in de opkomende Parijse salons, intieme huiselijke avonden waarop in gegoede kringen werd gemusiceerd. Chopin verovert niet alleen de harten met zijn composities en zijn spel, ook zijn uiterlijk, zijn gestileerde kleding, zijn verfijndheid vallen bij de vrouwen in de smaak. Aan leerlingen uit die hogere kringen had
Chopin dan ook geen gebrek. De wat broeierige sfeer van het vroeg 19de eeuwse Parijs hult de pianist met zijn zangerige virtuositeit in een aantrekkelijk aura dat verder straalt dan de Parijse stadsgrenzen. De drie verschillende componisten na hem, die als bijnaam de zijne krijgen, dragen allen op hun manier nog iets extra’s bij aan de magie van de Poolse tovenaar wiens hart, nadat zijn lichaam in Parijs werd begraven, naar Warschau werd gesmokkeld.

 

De Russische Chopin

Is het dit charisma dat muziekliefhebbers herkennen in pianisten en componisten in hun eigen land? Wat betreft Alexander Skrjabin zou dat wel eens op kunnen gaan. De in 1872 geboren Skrjabin ging na een afgebroken militaire studie in 1888 alsnog naar het Moskous conservatorium. Net als collegastudent Rachmaninov had Alexander een enorme bewondering voor Chopin. Al vroeg werd Skrjabin vanwege zijn manier van spelen de ‘Russische Chopin’ genoemd. Niet voor niets begon hij aanvankelijk ook te componeren in de stijl van Chopin.
Met name in Parijs was het publiek zeer gecharmeerd van Alexanders manier van spelen en verschijning die de Parijzenaars aan Chopin deed denken. Hoezeer Skrjabin Chopin bewonderde blijkt ook uit de anekdote dat Alexander met de partituur van Chopins nocturnes onder zijn kussen sliep.

 

De Hollandse Chopin

Dat de in 1895 geboren Nederlandse componist Gerard von Brucken Fock vanwege zijn levensstijl de ‘Hollandse Chopin’ werd genoemd door zijn vriend Edvard Grieg lijkt niet waarschijnlijk. Het zijn vooral zijn 24 Praeludien opus 15 die hem deze bijnaam opleverden. Biograaf Eric L. Matser verhaalt in zijn boek over Von Brucken Fock van de rijk geboren Gerard die vond dat hij toch voor zijn geld moest werken. Het weerhield Von Brucken Fock er uiteindelijk niet van om als een rusteloze romanticus periodes in Amsterdam, Dresden, Praag, Wenen, Parijs en Middelburg te wonen. Het oeuvre van Von Brucken Fock bevat een aantal meesterwerken maar zijn fanatiek beleden geloof botste met zijn zelfbeeld als kunstenaar. Willem Mengelberg noemde hem “een van de geniaalste Hollandse componisten, die zichzelf echter ernstig in de weg zat.”

 

De Curaçaose Chopin

De Antilliaanse muziek kent veel dansvormen: uit Ivoorkust overgeleverde tumba's en tabu's, de Curaçaose wals, de dans en de mazurka. Met de muziek van Chopin is de mazurka overgewaaid maar de Cariben. Met de dansen van Chopin in het hoofd gingen de Curaçaose componisten walsen en mazurka's componeren. Volgens componist en kenner van de Curaçaose muziek Edgar Palm, wordt de mazurka in Polen tegenwoordig veel minder gedanst dan op Curacao. De ritmische composities waren niet alleen bedoeld om naar te luisteren maar ook om op te dansen. De Curaçaose pianist en componist Wim Statius Muller
(1930-2019) werd vanwege zijn fijnzinnige composities de 'Curaçaose Chopin' genoemd.

Reden genoeg om zijn kleinzoon Alexander uit te nodigen voor een pianoconcert waar hij ook het nodige over zijn grootvader zal vertellen. Naast pianist was Statius Muller namelijk ook jarenlang als 'spion' verbonden aan de BVD.

 

Bekijk alle concerten binnen dit thema