Het leek allemaal zo mooi: vrede, vooruitgang, modernisme in de kunsten. Totdat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Het bleek allemaal één grote illusie te zijn geweest en vier jaar later zag de wereld er heel anders uit. Europa lag in puin en de hulp voor Duitse herstelbetalingen kwam uit de Verenigde Staten. Toen daar de zeepbel van economisch optimisme uiteenspatte, namen de Amerikanen Duitsland mee in de Grote Depressie. In die uitzichtloze toestand beloofden de nationaalsocialisten de Duitsers een betere toekomst en wonnen ze snel aan populariteit, met alle gevolgen van dien. Ondertussen werd in Rusland een bloedige burgeroorlog uitgevochten, waarna Stalin de macht greep. Ook met alle gevolgen van dien.
Tegenover de politieke onrust stonden hoop en blijdschap na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Vrouwen hadden hun vechtende mannen vervangen in de fabrieken en weigerden terug te gaan in hun oude rol. De ‘flapper-girls’ zeiden het korset vaarwel en gingen voor een jongensachtig figuur: sporten, diëten en korte haren. En ook roken, drinken, autorijden, dansen, make-up en korte rokjes. De heren konden zich bijna allemaal een confectiepak veroorloven en voor de vrije tijd was er modieuze sportkleding.
De Groupe des Six
Muziek is altijd beïnvloed geweest door religie, politiek en maatschappij. Maar welke muziek past er nu bij een decennium waarin zoveel gebeurt? Op die vraag zijn veel antwoorden mogelijk en de muziek in de jaren twintig was dan ook net zo veelzijdig als het decennium zelf. Er was wel een overkoepelend idee bij de nieuwe lichting componisten, namelijk dat er muziek moest komen die de mensen nodig hadden en die ze konden begrijpen. Het gat dat was ontstaan tussen het publiek en de atonale muziek van bijvoorbeeld Schönberg moest worden gedicht. Ook het impressionisme van Debussy, met de overweldigende harmonische kleurenrijkdom, moest eraan geloven, net als de laatromantische muziek van Richard Strauss. In de woorden van Satie: “genoeg van watergeesten en nachtelijk gebeuren. Wat we nodig hebben is muziek van de aarde, alledaagse muziek. Ik wil muziek waarin ik kan leven, zoals in een huis.”
Satie voegde de daad bij het woord en verzamelde in Parijs zes jonge componisten om zich heen: de Groupe des Six. Een echte eenheid vormden ze nauwelijks, want het waren zes individualisten, van wie Louis Durey de groep al na een jaar verliet. Wat dit informele gezelschap niettemin bond was het streven naar nieuwe Franse muziek. Speelse, schijnbaar eenvoudige muziek met invloeden uit de jazzmuziek. Zo schreef Milhaud zijn Tango des Fratellini als een eerbetoon aan de Italiaanse circusfamilie Fratellini. Poulenc is een ander bekend lid van Les Six. Hoewel hij ook zeer serieuze, religieus geïnspireerde muziek heeft gecomponeerd, zoals zijn opera Dialogues des Carmélites, klinken in veel van zijn andere stukken humor, spontaniteit, en duidelijke melodische lijnen.
Jazz en neoclassicisme
Die heldere melodie, contrapunt en duidelijke ritmes in een neotonale context zijn de belangrijkste elementen van het neoclassicisme. De componisten van de Groupe des Six vallen daar ook onder, maar de neoclassicist bij uitstek was Stravinsky. Met onder meer zijn Psalmensymfonie blies hij de oude symfonische vorm nieuw leven in. Hij heeft in dit meesterwerk koorpartijen, een fuga en oude kerktoonladders gecombineerd met dissonante samenklanken. Dat deed hij voor een orkest zonder violen en altviolen, maar wel met twee piano’s. Stravinsky had met zijn Psalmensymfonie een regelrechte herdefinitie van de classicistische muziek gemaakt, zonder enig romantisch sentiment. Gebalanceerde emoties, dat was waar het publiek in het interbellum meer dan ooit behoefte aan had.
En aan amusement, dat via de Amerikaanse jazzmuziek kwam overwaaien naar Europa. Via de radio en de verbeterde opnametechnologie verspreidde de muziek zich snel. De opnames zorgden er bovendien voor dat niet alleen muziek en componist bekend werden, maar ook de uitvoerder. Zo werden pianist Duke Ellington en trompettist Louis Armstrong, beiden ook zanger, bekende namen in de Amerikaanse muziekwereld en daarbuiten.
Gershwin was een van de componisten die jazz met klassieke muziek heeft gemengd. Hij ging op bezoek bij Ravel, die in zijn eigen muziek impressionisme en neoclassicisme met elkaar combineerde. Hij vroeg hoe hij een ‘echte’ klassieke componist kon worden, waarop Ravel de beroemde woorden sprak: “waarom wil je een tweederangs Ravel worden als je al een eersterangs Gershwin bent?” Gershwin vertrok weer, wandelde door Parijs en voelde zich An American in Paris. Enkele jaren daarvoor, eveneens in de jaren twintig, had hij al Rhapsody in Blue gecomponeerd. Ook in veel van zijn andere stukken, zoals Three Preludes, is Gershwins ‘lichte’ achtergrond duidelijk te horen.
Die achtergrond klinkt ook in de musicals die hij heeft gecomponeerd, zoals Girl Crazy, met daarin het beroemde I got Rhythm. Met de Broadway-musical is nog een populair genre genoemd dat zijn oorsprong in Amerika heeft, net als de filmmuziek. In die laatste categorie heeft Korngold pionierswerk verricht, nadat hij in het interbellum de oversteek naar Amerika had gemaakt.
Muziek, maatschappij en diversiteit
Ook andere componisten, vooral degenen die net als Korngold een joodse achtergrond hadden, vluchtten vanuit Europa naar Amerika. Onder hen was Kurt Weill. Een van zijn bekendste werken is Die Dreigroschenoper. Dat is geen conventionele opera, maar een toneelstuk waarin de acteurs zingen. De zangers hoefden dus geen geschoolde musici te zijn en daarmee bracht Weill zijn werk dicht bij het alledaagse bestaan. Ook de jazzy invloeden in het werk hebben de kloof met het publiek overbrugd. Weill heeft in het stuk sociale kritiek geleverd door de Londense onderwereld model te laten staan voor het kapitalisme. Met een actueel werk als Die Dreigroschenoper, vol invloeden uit de jazzmuziek en wars van complexiteit, opende Weill nieuwe deuren.
Dat gebeurde op verschillende manieren in de jaren twintig. Alles van daarvóór werd in twijfel getrokken. Wat moest anders? Zo’n beetje alles. En hoe? Daar waren veel antwoorden op en dat heeft geleid tot een grotere muzikale diversiteit dan ooit tevoren. Die ontwikkeling heeft zich tot op de dag van vandaag voortgezet. Wat dat betreft zijn we op dit moment opnieuw in ‘roaring twenties’ beland. Hopelijk wel met een andere jaren dertig en veertig voor de boeg.
Vr 16 jan Die Rundköpfe und die Spitzköpfe
Vr 30 jan Dreigroschenoper
Vr 27 mrt The Saxophone Craze
Vr 1 mei I Got Rhythm